top of page

Qi en Li

Foto van schrijver: tonstrouckentonstroucken

Bijgewerkt op: 22 mei 2024


Een favoriete Griekse paradox was: het Schip van Theseus. Dit schip moest zeewaardig worden gehouden voor een jaarlijkse reis om Apollo te eren. Elke keer werd een kapotte plank vervangen net zolang tot er geen spaander van het oorspronkelijk schip meer over was. Was dit nog steeds het oorspronkelijke schip of was er sprake van iets totaal anders? Amusant raadsel die een filosofische vraag oproept over de aard der dingen.


Kan iets veranderen en hetzelfde blijven? Neem nou de vlam van een kaars of een rivier? En neem een kinderfoto van jezelf ter hand. Vrijwel elke cel in je lichaam is vervangen en toch herken je jezelf als die persoon. Wat maakt wat ik ben? Heraclitus  met zijn Panta Rei (alles stroomt) werd als filosoof van de flux bekend met zijn uitspraak dat het onmogelijk is om twee keer in dezelfde rivier te stappen; dat alle dingen tijdelijk zijn en voorbijgaan. Plato moest daar niets van hebben. Wijsgeren in de Song dynastie in China probeerde de algemene principes van de veranderingen in kaart te brengen. Hun samenvatting in de I Ching (het boek der veranderingen) gaat uit van een dynamische stroom van energie en materie de QI (spreek uit chi). Het westen kreeg pas met Einstein de relatie in een formule: E =mc2, waarbij energie van een lichaam gelijk staat aan de massa maal de lichtsnelheid in kwadraat. De Chinezen ontdekten een kernprincipe van QI als een voortdurende wisselwerking van polariteiten, die ze yin en yang noemden. Yin en Yang als de polen van de aarde, beide integraal onderdeel van een compleet systeem, en geen kan bestaan zonder de ander. Als alles voortdurend in beweging is, komt vanzelf het inzicht van vergankelijkheid tot stand. Daarom ook het ideaal van onthechting als bevrijding van de permanentheid der dingen.


Neo-Confuciaanse filosofen zochten naar de verklaring van het Schip van Theseus.  Hoe konden dingen zowel voortdurend in beweging zijn en toch blijvend?  Hun antwoord vonden ze in het inzicht dat alles weliswaar uit Qi bestaat, maar dat de principes aan de hand waarvan deze Qi was georganiseerd net zo belangrijk waren. Dat noemde ze Li, een verwijzing naar wervelende patronen in een klomp jade.  Zhu Xi hun belangrijkste filosoof, zei dat “in het hele universum geen qi is zonder li, net zo min als er li is zonder qi”. Met andere woorden: materie of energie kan niet bestaan zonder georganiseerd te zijn”. De kaarsvlam, de rivier, je eigen lichaam: hoe kunnen die blijvend zijn terwijl de elementen waaruit ze zijn opgebouwd veranderen, hun li -de principes waaraan qi georganiseerd is- herkenbaar en stabiel blijft.  Deze li patronen zijn in de natuur makkelijk te herkennen, maar ze bestaan ook in tijd en ruimte en in onze manier van waarnemen. We kunnen Li beschouwen als de altijd in beweging zijnde altijd aanwezige reeks van patronen die door alles in de natuur en door onze percepties van de wereld stromen – ons eigen bewustzijn incluis. Patronen, herkenbare, alom aanwezige vormen (zoals de Fibonacci reeks als een schelp vorm in de lichaamscel, de golven, de sterrenstelsels).


Het is hierom: de patronen van de samenhang dat ik in gedachten zonk.  De Li van het menselijk gedrag, van de menselijke relaties, bestudeer ik al mijn werkend leven, waar patronen in communicatie juist het houvast zijn en verbondenheid onder de aandacht brengen. Om een plant of kind te bestuderen, moet je dus niet alleen ontleden waaruit het bestaat, welk gedrag er zichtbaar is, maar ook de relatie tot het andere en de ander er omheen. Bij de plant – bodem, struiken, weer, geschiedenis, ruimte in het bos, tijd van jaar en eeuw. Bij de mens – afkomst, taal, gezin, werk, stam en historie. Hoe groter de reikwijdte, hoe lastiger om patronen te begrijpen, maar daarom niet minder belangrijk. Li patronen zijn miniem en gedetailleerd en kunnen dus gekend en beïnvloed worden. Door de aandacht te richten op de patronen van verbondenheid van klein naar groot krijg je begrip van de wereld en hoe de mens zich tot de natuur en wereld verhoudt. Dat je eigen waarden zouden moeten voortkomen uit de inbedding in de natuur en dat er geen onderscheid of tegenspraak bestaan tussen het materiële en het spirituele.

In Europa deed de opvatting zijn intrede dat de natuur der dingen niets anders is dan materie, een ingewikkelde machine. Wat leidde tot een wetenschappelijke revolutie om de onderdelen te begrijpen waaruit de dingen bestaan. Descartes verklaarde: ik erken geen verschil tussen de machines die ambachtslieden maken en de diverse lichamen die de natuur zelf samenstelt. Deze methode van reductie om te onderzoeken vraagstukken in zoveel mogelijk delen op te splitsen en wel zoveel als er nodig is voor hun adequate oplossing.  Als methodologie een fenomenaal succes. De wetenschap opgedeeld in steeds meer disciplines die onderdelen in steeds kleinere stukjes opdelen. De vraag van deze tijd is echter of deze reductionistische methode in staat is om het universum zelf te verklaren.


Naast de deterministische aanpak is er een wetenschap van de het op elkaar inwerken van verschijnselen, die gezamenlijk een complex systeem vormen, aangeduid met de term systeemdenken. Deze deelt het inzicht dat hoe de dingen met elkaar in verband staan, belangrijker is dan de dingen zelf. En belangrijker het inzicht dat niet het begrijpen van een onderdeel het geheel steunt, maar dat het samenwerken van onderdelen het geheel maakt. Alles wat gemaakt kan worden is gecompliceerd, alles wat niet voorspeld kan worden is complex.

Levende systemen moeten we niet opvatten als materialistisch als een machine, maar als een vorm van stabiele, complexe, dynamische organisatie. Elk levend organisme verwisselt voortdurend materialen waaruit het bestaat, terwijl het tegelijkertijd zijn identiteit als samenhangend, geïntegreerde entiteit behoudt. Het leven is geen ding, maar een voortdurend proces van zelfproductie en zelfonderhoud. Een zelf producerende energiestroom die doet denken aan het Schip van Theseus. Leven als zelf organiserend systeem heeft de eigenschap om interne organisatie in vormen van patronen op te bouwen in steeds grotere schaal te herhalen.= beter bekend als fractals. Ze komen voor in wolken, kustlijnen, rivieren; in vormen van boomtakken, varens en wortels; in bloedvaten, longen en cellen. En in menselijk gedrag en in menselijke constructies zoals in steden, beurs schommelingen En zelfs aan te wijzen in muziek, zinstructuur.


Het objectief onderzoeken van de werkelijkheid moet daarom in een systeem van gelijkblijvende omstandigheden met uitsluiting van interrupties in het systeem worden uitgevoerd: het laboratorium. Hier neemt de onderzoeker een plek op afstand in die daardoor objectief zijn waarneming kan doen.  In tegenstelling tot de veronderstelde objectiviteit van de reductionistische aanpak, erkent een systeemgericht denker dat de waarnemer een integraal onderdeel vormt van het systeem dat hij onderzoekt en als gevolg daarvan nooit volkomen waardevrij kan zijn. Ook in de kwantum wetenschap erkent men de rol van de waarnemer afhankelijkheid namelijk dat een deeltje afhankelijk wan waarneming golf of deeltje kan zijn. En dat je uit meerdere waarnemingen een kansberekening kunt maken van de voorspelbaarheid.

Het zijn de patronen die ons verbinden. Deze Li verbindt de mensen.



16 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

©2022 door Ton Stroucken. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page