top of page

Bewustzijn en intentie

Foto van schrijver: tonstrouckentonstroucken

Bijgewerkt op: 12 nov 2024


In de afgelopen maand overleden drie denkers/wetenschappers van wie ik veel inspiratie heb ontvangen: Daniel Kahneman, Frans de Waal en Daniel Dennet. Achtereenvolgens onder meer psycholoog, bioloog en filosoof met wetenschappelijke inzichten die ik koester: Kahneman (Thinking fast en slow); De Waal (Chimpansee Politiek) en Dennet (Consciousness explained). De laatste overleed vorige week; de filosoof die zich een leven lang uitsprak over vrije wil en bewustzijn. Met tussenpozen bleef ik zijn werk herlezen en overdenken als prikkel en soms geprikkeld.Nu over wat ik van hem nog steeds bewust heb. (De andere twee moeten even wachten).

Veel medelanders kennen Daniel Dennet uit het tv programma “Een schitterend ongeluk” van Wim Kayzer, een aardige reus en ook stellig en vasthoudend in het verdedigen van de vrije wil. Zo gaf hij Dick Swaab een ereplek in de schurkengalerij van wetenschappers, omdat Dennet niks moest hebben van zijn idee dat de  mens geheel door zijn hersenen gedefinieerd is en dat de eigen wil niet bestaat. Hij geloofde niet in 1 soort vrije wil; hij erkende verschillende varianten.


Een welke variant is het waard om als mens te willen? Dat heeft te maken met het vermogen om vrije keuzes te kunnen maken; vermogen om onderscheid te kunnen maken tussen vermijdbaar en onvermijdbaar. En dus te kunnen anticiperen op gewenste en ongewenste gevolgen van gedrag. Door de evolutie heeft de mens een steeds krachtiger wordend vermogen ontwikkeld om de toekomst te voorspellen op consequenties. Hierdoor kan de mens gebeurtenissen vermijden of niet. Dit is het menselijk vermogen van vrije wil.

Dennet richtte zich op de vrije wil als variant die inhoudt dat mensen rationeel handelen en keuzen maken binnen omstandigheden en beschikbare kennis. We maken deel uit van een causale wereld in een deterministisch universum, waarin we wel degelijk afgewogen keuzen kunnen maken. Hij verbindt de harde wetenschap die alles verklaart vanuit hersenprocessen met de wereld van niet tastbare concepten als bewustzijn, vrije wil of geest. Waar het Dennet om ging was dat gedachten of intenties geen dingen in je hoofd zijn die gedrag veroorzaken. Het zijn zaken die je in het gedrag van mensen kunt zien. Niet als projectie van jou; ze bestaan echt. Niet fysiek als tafel, maar wel net zo echt als rente.


Dennets bekendste boek “Consciousness explained” (moeilijk vond ik) rekent af met het Cartesiaans wezentje in ons brein dat de regie voert. Zijn bewustzijn is een product van parallelle processen die onafhankelijk van elkaar in het brein functioneren. Lichaam en geest zijn volgens hem geen gescheiden entiteiten; de geest komt voort uit lichamelijke processen. Zijn idee over vrije wil is te verenigen met het determinisme, in het compatibilisme. Op fysisch niveau klopt dit determinisme; strikte vrije wil bestaat niet. We hebben echter genoeg vermogen om vrije keuzes te maken. Vrije wil is de mogelijkheid keuzes te maken zonder opgelegde druk. Hij onderscheidt vermijdbaarheid en onvermijdbaarheid ( de mens is een zin gevend wezen om doelen te verwezenlijken door te handelen). Door de evolutie heeft de mens een steeds krachtigere motor ontwikkeld om de toekomst te voorspellen op consequenties. En dus steeds beter toekomstige gebeurtenissen vermijden of juist niet. Dit vermogen tot vermijden is het ethisch inzicht van de vrije wil. Het begrijpen en verklaren van het determinisme bevestigt de vrij wil van het kunnen voorspellen en vermijden.GEDRAG

De opvatting van Dennett over vrije wil is de mogelijkheid om keuzes te maken zonder opgelegde druk. Als je 100 euro op straat ziet liggen kun je die uit vrije wil oprapen. Of het nu al van te voren vaststaat dat je dat briefje van honderd zou oprapen, hoe dan ook neem je de beslissing uit vrije wil. Autonoom beslissen om goede redenen. Die vrije wil is een gevolgd van de evolutie tot het menselijk bewustzijn. Volgens Dennett kan een organisme er voordeel bij hebben dat gedrag niet helemaal vastligt. Evolutie is vooral op gedrag uit het verleden gericht, op wat vroeger goed werkte. Maar dat gedrag moet zich nog maar bewijzen in de toekomst en met een onzekere toekomst levert gedrag betere resultaten op als het niet helemaal vastligt. En om die reden is het handig voor een organisme om zichzelf te monitoren. Daarin schuilt de cruciale stap naar begrip en bewustzijn.


Onbeperkte vrije wil bestaat niet, kan niet bestaan vanwege onze tijd, plaats, competentie die gelimiteerd zijn. Echter vrij zijn in het willen of specifieker wat ik wil met mijn kennis van hier en nu wordt mogelijk door het bewustzijn, het nadenken over de gevolgen en een keuze maken hoe te handelen. Een gedachte in je hoofd is niet alleen een chemische impuls die onvermijdbaar gedrag veroorzaakt. De gedachte wordt een intentie als je er iets mee wil. In het gedrag van jezelf maar zeker ook van anderen kun je een intentie herkennen, een gedachte en doel. De tweede orde van intentionaliteit is het bewust zijn van de eigen intentionaliteit. Volgens Dennet beschikken mens en dier over gevoelens en verlangens die bepalend zijn voor het gedrag. Volgens hem ervaren dieren echter geen intentionaliteit  naar eigen bewust handelen, dus hebben ze geen tweede orde. De vraag is of deze conclusie overeenkomt met de onderzoeken van Frans de Waal bijvoorbeeld.


Dennet noemt de benadering van complexe systemen zoals de mens om een verklaring en voorspelling van het gedrag te geven de “intentional stance”.  Je interpreteert het gedrag alsof de mens een rationele beslissing neemt op grond van zijn overtuigingen en verlangens. Hij noemt dit de ‘folk psychology’ die wij dagelijks gebruiken. Gedrag in het dagelijks verkeer wordt zo voorspelbaar doordat we ervan uitgaan alsof mens en dier de redenen van hun eigen gedrag inzien. De reden waarom een vogel wegvliegt voor een naderende kat is vanuit dit intentioneel standpunt voor ons helder. De mens heeft ook de mogelijkheid van een bewust begrepen gedrag van zichzelf.

Gedrag kan volgens Dennet dus “free floating” zijn intuïtief, zonder bewust te zijn; echter de mens is in staat om een intentioneel standpunt in te nemen en de redenen van zijn gedrag in te zien. En dus af te wegen. Voor ieder gedrag zijn er redenen, maar deze redenen hoeven niet door het organisme zelf bewust begrepen te worden om het gedrag te vertonen. Mensen hebben tevens intentionaliteit om zich bewust te zijn van eigen intentionele gedrag. In de evolutie ontstonden mensen met een innerlijke omgeving waarin ze hun gedrag kunnen testen…en overdragen met cultureel gereedschap: mind tools. Als het wiel eenmaal uitgevonden is, hoeft dat geen tweede keer te gebeuren. Mind tools zijn o.a. woorden/begrippen/concepten die de innerlijke omgeving beter uitrusten om keuzen te maken welk gedrag het beste is. Taal maakt het mogelijk om de redenen van eigen gedrag te benoemen en tot het inzicht te komen dat er redenen zijn om gedrag aan te passen.


Hoe kan dit zelfbewustzijn ontstaan? Dennet wijst op de mogelijkheid dat het kan zijn ontstaan door verlangens en gevoelens toe te schrijven aan anderen.  Daarvoor is het nuttig om te weten wat er in je eigen hoofd omgaat. Hierdoor ontstaat een dialoog van ik en ander begrip, een soort wedloop van reflectie. Begrip door middel van taal wordt tweeledig ingezet: om je eigen gedachten te begrijpen en te verwoorden. Maar verwoorden levert pas evolutionair voordeel op als je rekening houdt met het effect op anderen. Wat zij ervan denken; heb je te maken met een tegenstander of medestander? Taal kan gebruik maken van eigen redenen die rekening houden met wat anderen aan redenen hebben. Dennet is dus van mening dat taal en bewustzijn een samenhang vormen. Zonder taal is het bewustzijn niet te denken. Dit bewustzijn werkt met memen, een term van Richard Dawkins.  Net als genen worden memen (ideeën, concepten, schilderkunst, melodieën, mode etc.)  replicateurs die zich verspreiden door generaties en culturen. Ons brein is niet alleen een genen machine, maar een verzameling van memen om ons te gedragen. En te overleven als best aangepaste. Ons brein is gevormd door memen die al heel lang deel uitmaken van onze geest.


Taligheid


Dennet heeft een hypothese bedacht hoe wij taal inzetten om verbindingen in onze hersenen te leggen die niet rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren. De eerste mensachtigen konden door zichzelf een vraag te stellen een die een nieuwe verbinding gaat leggen tussen twee informatie subsystemen. Wat wij doen als we aan het denken zijn is dus eigenlijk verbindingen leggen tussen hersengebieden waar geen goede directe paden tussen lopen. Taal heeft de mogelijkheid van bewustzijn geopend; de memen gebruiken de aangelegde paden om meer bewustzijn te installeren. Deze paden maken gebruik van taal. En volgens zijn hypothese maakt taal de toegang mogelijk tot hersen gebieden die moeilijk toegankelijk zijn. Denken is dus verbindingen maken tussen hersengebieden waar geen goede paden tussen lopen. Taal heeft een belangrijke rol in ons brein en heeft ons bewustzijn geopend. In ons taalgebruik en omgang met elkaar veronderstellen we dat er een verantwoordelijke essentie in de ander is die we kunnen aanspreken. Tevens presenteren we onszelf ook als een iemand die een essentie heeft: een ik. Wat is dat IK en ZELF dat we aan onszelf toekennen? Dennet heeft hierop bedacht dat wij niet een verhaal over onszelf produceren, maar dat het verhaal ons produceert. Volgens hem spinnen mensen een zelf van verhaalstrengen en memen. In de loop van ons leven bouwen we aan een zelfbeeld met behulp van woorden en verhalen, waardoor er een IK ontstaat dat zichzelf eigenaar van deze verhalen noemt. Dennet gebruikt hiervoor de vergelijking met het natuurkundige zwaartepunt. Met dit fictieve zwaartepunt kunnen we de baan van een voorwerp berekenen en zo is het zelf een fictief zwaartepunt , een narratieve noodzakelijkheid om over een zelf te kunnen spreken. Bewustzijn is niet een ziel of een geest waarnaar verwezen kan worden, maar een eigenschap van het brein tot stand gekomen door genen en memen via communicatiepaden in de hersenen, die bestaan uit taalconstructies.

Dennet geeft de mens een verhoogde vorm van intentionaliteit omdat het als enige diersoort een vermogen tot taal en verfijnde communicatie heeft ontwikkeld. Het is echter de vraag of dieren die geen taal hebben waarin ze eigen intenties kunnen formuleren en zodoende begrijpbaar maken voor zichzelf, niet op een andere manier intenties kunnen begrijpen.

Frans de Waal bouwt voort op de evolutie theorie van Darwin en zijn idee dat ons moreel gedrag niet slechts een dun laagje over een zelfzuchtige kern is (Zie Dawkins). De moraal is niet een door mensen bedacht concept om dierlijke remmingen en passies in te tomen, maar een juist een natuurlijk product van de evolutie. Het komt voort uit vermogens zoals sympathie en empathie, die bij veel diersoorten aanwezig is. Uit neurowetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bij het maken van morele beslissingen er oude emotionele centra in het brein worden geactiveerd, die hun oorsprong lang voor het bestaan van onze soort hebben. De Waal gaat de discussie aan met het tonen van empathie in het gedrag van dieren, die het gedrag herkennen in eigen ervaringen en reageren op de herkenning daarvan in gedrag van de ander (soortgenoten en mens). Je voelt letterlijk met de ander mee. Dit Perception-Action Model wordt zichtbaar bijvoorbeeld door de spiegel neuronen; in het hoofd van de waarnemen vuren dezelfde neuronen als in het hoofd van de ander die de handeling uitvoert. Bijvoorbeeld bij pijn en lachen. Volgens de Waal is het een niet te onderdrukken en onbewust proces. Maar ook de Waal erkent complexere vormen om beweegredenen van anderen te begrijpen zoals cognitive empathy bij mensapen: het vermogen om de situatie en redenen voor de ander zijn emoties in te zien bijvoorbeeld het troosten van een ander door een derde partij. Deze observaties van de Waal cs zijn een belangrijk punt voor de mogelijkheid van zelfbewustzijn. Het onderscheid kunnen maken tussen jezelf en de ander impliceert dat je een beeld van je zelf hebt. Uit onderzoeken van jonge kinderen is gebleken dat het ontstaan van zelfherkenning in de spiegel samenhangt met de ontwikkeling van helpende vermogens.


Zowel Dennet als de Waal verbinden de evolutie theorie als de neurowetenschap met elkaar om verklaringen voor het bewustzijn te onderzoeken. De dualiteit van lichaam-geest en mens-dier is hiermee van de baan. De intentional stance van Dennet brengt een in evolutionair opzicht een mogelijkheid om niet alleen gedrag op jezelf te betrekken maar ook te communiceren naar anderen of zelfs verborgen probeert te houden (wat voordeel kan opleveren in de evolutie).Hiervoor heb je volgens Dennet symbolen nodig om je gedrag te representeren. Mind tools heb je nodig of te wel taal. De Waal wijst erop dat cognitieve empathie het vermogen veronderstelt van een zelf bewustzijn en een ander bewustzijn. Dit begrijpen van gedrag in de situatie en in relatie tot elkaar bewijst ook de intentional stance bij mensapen. Het herkennen van de relatie tussen ik en de ander kan zo het gedrag beïnvloeden. Om het ingewikkeld te maken Ik kan zien dat hij liegt en ik kan terug liegen of doen alsof ik niet lieg en spelen alsof ik niet zie dat de ander mij in de maling neemt etc.

Kortom er is een niet talig bewustzijn dat zichtbaar is in gedrag en waarnaar we kunnen handelen: bewust of onbewust. Die taal noemen we lichaamstaal. Deze woorden op papier zijn symbolen van menselijk vermogen om taal te spreken en te schrijven: mind language.

 

16 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

©2022 door Ton Stroucken. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page