Dag Ton,
Je hebt me wel even aan het denken gezet: zijn mijn gedachten talig of niet? Ik weet dat niet zeker. Ze gaan vaak zo snel dat er geen plek lijkt voor de woorden. Verder kan er een discrepantie zijn tussen de woorden in je hoofd en het uitspreken ervan. Ik heb wel eens een inzicht dat ik nog niet onder woorden kan brengen. Dus hier lijkt toch een verschil tussen denken en taal. Ik weet het gewoon niet. En welke filosoof kan je helpen? Weet ik ook niet… misschien Husserl. Je moet zoeken naar taalfilosofie, een tak waar ik niet echt in thuis ben. Die filosofie onderzoekt o.a. de relatie tussen denken en taal.
En verder: tijd is voor mij kwetsbaarheid. Ik ben het wat dat betreft eens met Levinas. Ik BEN als mens tijd, en als zodanig opbouw en afbraak als tijd. Tijd is hier tijdelijkheid, sterfelijkheid, kwetsbaarheid dus. De relatie tussen bewust zijn en bewustzijn bespreek ik ook uitgebreid in mijn boek.
Hartelijke groet,
Jan
---------------------------------------------------------------------------------------
In het antwoord van Jan herken ik wat er ook in mijn hoofd gebeurt: Ik denk in flarden, woorden zonder syntaxis of verhaal. Mijn zoekend verkennen van indrukken en coherentie te bewerkstelligen, gaat wel met taal en beelden. Ik zoek naar het juiste begrip, probeer de gedachte in woorden en onder woorden te brengen, doordenkend een verhaallijn van te maken. Dat lukt lang niet altijd…gedachten en gevoelens kunnen sneller gaan dan woorden en begrip zich kan vormen. Bedenken, nadenken, overdenken allemaal heerlijke vormen van denken. Vaak ook fantaseren of dagdromen en de tijd kwijt raken.
De taligheid van dromen heeft een herinnering. Opgegroeid in Limburg droomde ik als kind in de melodie van het dialect; op het internaat ging dat allengs over in ABN en tijdens mijn jaren werken in Amerika herinner ik me heel goed het moment van wakker worden en verbazing dat ik in het Engels aan het dromen was. Dat gaat overigens over; nu droom ik weer in NL. Dat duidt op een aanpassingsvermogen van taal door omstandigheden. Innerlijke taal is blijkbaar gevoelig voor taal in omstandigheid. De gewichtigheid van woorden en de taal zijn tijdgebonden, gekoppeld aan activiteit.
Hoe zou dat zijn voor vertalers zoals de hoofdpersoon, die afwisselend denken en dromen in meerdere talen tegelijk?
Pascal Mercier: Het gewicht van de woorden.
Mijn denkreis begon mede naar aanleiding van de brieven die de hoofdpersoon herleest. Herinneringen op schrift die door herlezen opnieuw beleefd worden. Verhalen van toen worden nu nieuw, gaan door de tijd heen. Deze Leyland heeft als vertaler ook zo’n relatie met tijd en taal. Woorden die eenmaal een vorm hebben gevonden en te denken geven, overstijgen de tijd. Je kunt daarmee tijd vertragen, versnellen; een beleving die tijd verdrijft. Dat samenvallen in een bewustzijn en stilstaan bij de verbeelding in het Nu, geeft je een beleving waarin de tijd verdwijnt. En dat vermogen om stil te staan bij je bewustzijn is tijdloos; je kunt het altijd doen. Dan beleef je in het heden je eeuwig zijn.
Poëzie kan dat doen, maar ook muziek en filosoferen. Dat is waarom ik ben gaan houden van filosofie. Niet piekeren, problemen oplossen, lijstjes maken maar dagdromen over gedachten en gevoelens die je helder wil krijgen. Denken om te onderzoeken. Wijs begeerte zeg maar.
“Het zijn altijd woorden die mij helpen de ban van tijdelijkheid te doorbreken. Iets in woorden vatten in de geest van het poëtische, dus verplicht aan de vorm en de stemmigheid van de melodie: het is een manier om je te verlossen van de illusie van de tijd als activiteit. Poëzie vertraagt de tijd, heft hem op en bevrijdt ons ervan…Het creëert een heden, in zekere zin een eeuwig heden, eeuwig omdat het er altijd is en door niets ongedaan kan worden gemaakt.” (p. 175 van Het gewicht van de woorden)
Tijd is bewustzijn
Tijd ervaar je altijd in het hier en nu, als een Indisch principe dat het ervaren van je existentie in het hier en nu een overwinning van de tijd is. Het is mijn geestelijke tijd die in het stilstaan bij de woorden van een verhaal, gedicht of gesprek de ban van de kloktijd en de tijdelijkheid opheft of onbelangrijk maakt. De beleefde tijd vertraagt, de kloktijd vliegt om. De duur van de tijd (volgens Bergson) maakt dat je eeuwigheid kunt ervaren. Dit bewust zijn overstijgt de tijd; de beleving maakt het moment eeuwig…een oneindige stroom van hier en nu momenten die je wil vastleggen om ze boven de tijd uit te tillen. De ervaring van het nu en het bewust beleven in stem en stemming laat je leven. Tijd is menselijk bewustzijn.
Pascal Mercier als schrijver gebruikt woorden om de tijdelijkheid te doorbreken, de woorden vertellen een verhaal en zetten je aan tot denken. En dat bracht mij tot de reeks: Zijn er gedachten zonder woorden? – Kun je denken zonder een verhaal te maken? – Is er bewustzijn zonder taal? Tot de vraag van de afgelopen twee jaar: Kun je denken zonder taal?
En het antwoord is…..nee. Denken is voor mij altijd gekoppeld aan ervaringen die opgeslagen zijn in een verhaal waar taal bij hoort. Een gedachte heeft altijd de vorm van taal. In gedachten worden beelden aan elkaar gekoppeld tot een samenhang. Het helpt om je gedachten te ordenen door er een verhaal van te maken. Dat is een steun voor je geheugen om het te categoriseren en op te slaan in de bibliotheek van je hoofd. En toen moest ik gaan nadenken over bewustzijn.
Dat denkwerk begon vervolgens met de constatering dat niet elke gewaarwording tot bewuste gedachten hoeft te leiden. Het unieke van bewustzijn is dat je uit de veelvoud van (zintuiglijke) waarnemingen in de loop van je leven een mediatheek aan concepten (van bewust geweest) opslaat, die je gebruikt in je dagelijks (over)leven. [de term onderbewust vind ik verwarrend en ga ik daarom niet gebruiken] Bewustzijn is veelal bewustgeweest en automatisch toepassen en een klein gedeelte is bewustwording.
In mijn dagelijkse ervaringen is bewustwording een creatief proces. Daarin ervaar ik stroompjes van indrukken die ik , waarvan een gedeelte ten tonele komt en daarmee talig wordt. Door er een begrip bij te zoeken, probeer ik te begrijpen. Dat is een zalige zoektocht, waarin indrukken worden gevormd tot inzichten, woorden uitnodigen tot uitspraken. Fantasie gevoed door woordspelingen. Ik kan ermee de tijd verdrijven.
Als ik een moet beslissen, besluiten en gaan handelen doe ik veelal aanspraak op mijn intuïtieve reactie. Gevoel en gedachte gaan hier vaak hand in hand en zetten automatisch een (geleerd door ervaringen) reactiepatroon in werking. Meestal ben ik me dat niet bewust of vaag bewust. Intuïtief handelen is een groot goed om niet continue over alle gewaarwordingen, gedachten/gevoelens te hoeven nadenken om tot handelen over te kunnen gaan.
Bewustzijn maakt gebruik van het geheugen, de opgeslagen concepten die gezamenlijk de intuïtie vormen. Vanuit je intuïtie kun je dagelijkse gewaarwordingen gemakkelijk en snel interpreteren zonder een bewuste keuze, dus bewust zijn nodig te hebben. Intuïtie kan het dus mis hebben.
Bewust zijn
Zie bewust zijn als de kraan waarmee je invloed hebt op het bewustzijn dat door je heen stroomt. Door bewuster te zijn gaan we meer bewustzijn in ons leven ervaren. Hierdoor ben je creatiever, ervaar je volop energie en voel je een diepere verbinding met alles en iedereen om je heen.
Bewustzijn is dus meer dan bewust zijn. In dit laatste geval laat je een gedachte toe die een stap later woorden vormt en daar een verhaal van maakt. In woorden van Levinas: je gevoelsbewustzijn gaat over in een voorstellend bewustzijn, waarin gewaarwordingen overgaan in een door het verstand geordende waarneming. Dat is wanneer er woorden gegeven wordt aan het gedachte.
Voor mij begint bewustzijn als ontvanger van signalen via de zintuigen die vragen om een reactie. Gewaarworden van signalen uit de omgeving van de ander, die je noden om stil te staan bij wat er binnenkomt. Dat noem ik waarnemen, het eerste reflecteren op wat gebeurt er. Vervolgens is er een interpretatie van het waargenomene, een waarderen van je denken over het waarnemen. Pas met het waarderen ga je het zien, zou Cruijff zeggen. Een waarde geven aan wat je ervaart, geeft richting aan wat je ermee kan of wil doen. Is het gevaarlijk, een waarschuwing, moet ik er iets mee of kan ik het signaal weer loslaten? Door er een waarde aan te geven kun je gaan voorspellen wat de te volgen actie dient te worden: je kunt waarzeggen van jezelf. Een waarheid als een kalfje zo te zeggen…
Vanuit het waarnemen naar waarderen gaat bewustzijn over naar bewust zijn.
Gewaarworden – waarnemen – waarderen - waarzeggen
Waarnemingen krijgen betekenis door er woorden aan te geven, begrippen van te maken. Door verschillende begrippen te onderscheiden kun je categorieën maken, een typering met een samenhang van kenmerken. Handig voor patroon herkenning en automatisch denken. Die categorie kan ook weer tot stereotype worden, die de categorie vereenvoudigt tot een algemene waarheid…nerd, dom blondje, zeurkous. Ons brein maakt vanzelfsprekendheden van een verzameling kenmerken van een typering tot een absolute waarheid…alle vluchtelingen zijn profiteurs. Dit kan gevaarlijk zijn, zeker als we ons realiseren dat taal de waarneming verandert. Eenmaal een stereotype wordt het moeilijk om de betekenis te veranderen.
Intersubjectiviteit Bewustzijn komt van en door de ander. De mediatheek van ervaringen, inzichten en denkpatronen leer je via anderen in je leven. Levinas koppelt dat aan een gevoeligheid voor het appel dat een ander op je doet. Dit creëert een gevoelsbewustzijn dat overgaat in een voorstellend bewustzijn waarin gewaarwordingen van gevoelens overgaan in door verstand geordende waarnemingen. Dan begint het denken na en over het waargenomene. Door het appel van de ander komt het denken intersubjectief tot stand. Er is pas opwekking van denken in contact met een ander subject. Bewustzijn wordt zelfbewustzijn als je de ander ziet als iemand anders; ontstaat in de relatie tot medemens als ander, en ik besef als iemand anders te zijn, een eigen te hebben. Gevoelens als liefde of schaamte ontstaan pas als zelfbewustzijn aanwezig is. Levinas stelt dat op het moment van de confrontatie objectiveer ik mezelf: ik (als subject) zie ik (als object). Ik val niet meer samen met mezelf maar verschil van mezelf. Daardoor kom ik voor mezelf in beeld. Ik zie mij = de eerste zelfreflectie = mogelijkheid tot vrijheid = voorwaarde tot verantwoordelijkheid. Je wordt dus jezelf door intersubjectiviteit en daardoor en daarvoor gebruik je denken. Het denken heeft aldus Levinas intersubjectiviteit nodig als bevestiging en kritiek op je zelfbewustheid. Kritiek in de vorm van feedback heb je niet zomaar van jezelf. Evolutie biologen bewustzijn is mutatie van menselijke evolutie, natuur is instinct, intuïtie, denken, theory of mind daarom? Dit vermogen tot zelfreflectie als een bewustzijn van jezelf en feedback aan jezelf is ethisch voorgegeven in de mens; dat is humaniteit. Dus ethisch handelen en beslissen vanuit het denken is een humane verplichting.
De bron van denken is intersubjectiviteit, het appel van anderen aan mij.
Het is niet het spreken dat de mens een mens maakt, maar het spreken van anderen (Coetzee: in het hart van het land)
De levens behoefte om in relatie te treden met iemand, is de behoefte aan feedback. De oriëntatie op de ander wordt wel eens uitgedrukt in de gulden regel: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Maar in deze regel ben ik de maatgever en smaakmaker, Andermans smaak zou wel eens niet mijn smaak kunnen zijn. In de zorg noemen we dit nivea: niet invullen voor een ander. De ander is maatgevend voor kwaliteit van leven. Inleven in de ander is empathie is vooral ook een begripvol verplaatsen in de situatie van de ander, vooral een rationeel gebeuren. Het interpreteren van de ander gebeurt het beste van de dialoog. Daarbij dien je op de hoede te zijn voor je intuïtie als een snel inzicht verkregen op grond van jarenlange ervaring. Maar het kan tevens gemakzucht zijn.
Een collega heeft als Linked-in motto: Gevoel maakt geen denkfouten. Nee misschien niet, maar wel gevoelsfouten. En mijn antwoord was: Een gevoel nodigt vooral uit om na te denken.